Als eerste moet schijfruimte aan FreeBSD worden toegewezen en die ruimte dient gemerkt te worden zodat sysinstall deze kan voorbereiden.Om dit te kunnen doen is kennis nodig over hoe FreeBSD informatie op schijven verwacht aan te treffen.
Voordat FreeBSD op een systeem geïnstalleerd en ingesteld kan worden is er een belangrijk onderwerp waarover kennis nodig is, met name als er meerdere harde schijven zijn.
Op een PC met een BIOS-afhankelijk besturingssysteem zoals MS-DOS® en Microsoft® Windows®, kan het BIOS de normale schijfvolgorde abstraheren en volgt het besturingssysteem die wijzigingen. Dit stelt de gebruiker in staat op te starten van een andere schijf dan de zogenaamde “primary master”. Dit is erg handig voor gebruikers die er achter zijn gekomen dat de gemakkelijkste en goedkoopste manier om een systeemback-up te maken het plaatsen van een identieke tweede harde schijf is en het daarop regelmatig kopieëren van de inhoud van de eerste schijf met Ghost of XCOPY. Als de eerste schijf weigert of aangevallen is door een virus of vervuild is door een fout in het besturingssysteem, dan kan eenvoudig overgeschakeld worden door in het BIOS de twee schijven logisch te wisselen. Dat is als het verwisselen van de kabels, maar dan zonder de systeemkast open te maken.
Duurdere systemen met SCSI controllers hebben vaak BIOS-uitbreidingen die het mogelijk maken SCSI-schijven op soortgelijke wijze in te delen voor maximaal zeven schijven.
Een gebruiker die gewend is hiervan gebruik te maken kan verrast worden als de resultaten met FreeBSD niet overeenkomen met de verwachtingen. FreeBSD maakt geen gebruik van het BIOS en heeft dus geen kennis van “logical BIOS drive mapping”. Dit kan leiden tot verbazingwekkende situaties, met name als de schijven fysiek gelijk zijn in geometrie en ook de data klonen van elkaar zijn.
Bij het gebruik van FreeBSD moet altijd de natuurlijke schijfnummering hersteld worden voordat een installatie wordt gestart en die moet ook zo blijven. Als de schijven gewisseld moeten worden, dan moet dat op de moeilijke manier: maak de systeemkast open en verplaats jumpers en kabels.
Wijzigingen die op dit punt gemaakt worden, worden niet weggeschreven naar de schijf. Als er een fout gemaakt is kan opnieuw begonnen worden door via de menu's sysinstall te verlaten en het nog een keer te proberen of door U te toetsen kan de optie gebruikt worden. Als alles te verwarrend is kan zelfs de computer uitgezet worden.
Na de keuze een standaardinstallatie te beginnen toont sysinstall het volgende bericht:
Message In the next menu, you will need to set up a DOS-style ("fdisk") partitioning scheme for your hard disk. If you simply wish to devote all disk space to FreeBSD (overwriting anything else that might be on the disk(s) selected) then use the (A)ll command to select the default partitioning scheme followed by a (Q)uit. If you wish to allocate only free space to FreeBSD, move to a partition marked "unused" and use the (C)reate command. [ OK ] [ Press enter or space ]
Toets Enter. Er wordt dan een lijst
getoond met alle harde schijven die de kernel gevonden heeft
bij het onderzoeken van de hardware. Afbeelding 2.13, “Schijf kiezen voor FDisk” toont een voorbeeld van
een systeem met twee IDE-schijven. Ze heten
ad0
en
ad2
.
Waarom staat ad1
niet in de
lijst?
Stel er zitten twee IDE-schijven in een systeem, de eerste
als master op de eerste IDE controller en de andere als master
op de tweede IDE controller. Als FreeBSD deze zou nummeren zoals
ze worden aangetroffen, als ad0
en
ad1
, dan zou het allemaal
werken.
Maar als dan een derde schijf wordt toegevoegd, als slave
op de eerste IDE controller, dan wordt die
ad1
en de vorige
ad1
wordt dan
ad2
. Omdat apparaatnamen
(zoals ad1s1a
) in gebruik zijn om
bestandssystemen te vinden, lijken bestandssystemen niet meer
in orde zijn en moeten de FreeBSD instellingen gewijzigd
worden.
Om dit te omzeilen kan de kernel zo ingesteld worden
dat de IDE schijven namen krijgen gebaseerd op hun lokatie en
niet in de volgorde waarin ze gevonden worden. Met dat
schema wordt de masterschijf op de tweede IDE controller
altijd ad2
, ook
als er geen ad0
of
ad1
apparaten zijn.
Dit is de standaardinstelling van de FreeBSD kernel, vandaar
dat dit scherm ad0
en
ad2
laat zien. De machine waarop
deze schermafdruk gemaakt is had IDE schijven op beide
masterkanalen van de IDE controllers en geen schijven op de
slavekanalen.
Nu kan de schijf waarop de FreeBSD installatie moet komen
worden geselecteerd. Druk daarna op FDisk start op met een scherm
vergelijkbaar met Afbeelding 2.14, “Typische fdisk
-partities vóór
het wijzigen”.
Het scherm van FDisk bestaat uit drie delen.
Het eerste deel, de eerste twee regels van het scherm, toont de details zien van de selecteerde schijf, inclusief de FreeBSD naam, de schijfgeometrie en de totale grootte van de schijf.
Het tweede deel laat de slices zien die momenteel op de
schijf aanwezig zijn, waar ze beginnen en eindigen, hoe groot
ze zijn en de namen die FreeBSD ze geeft, hun omschrijving en
subtype. In dit voorbeeld zijn twee kleine ongebruikte delen
te zien, die een afspiegeling zijn van de schijfindeling op het
systeem. Het laat ook een grote FAT-slice
zien, die bijna zeker zichtbaar is als
C:
in MS-DOS® of Windows®, en een
extended deel, dat de andere schijfletters kan bevatten voor
MS-DOS® of Windows®.
Het derde deel toont de commando's zien die beschikbaar zijn in FDisk.
De volgende stap hangt af van hoe de schijf moet worden opgedeeld.
Als de hele schijf voor FreeBSD wordt gebruikt (waardoor
alle andere data op die schijf verwijderd wordt als later in de
procedure met sysinstall wordt
bevestigd dat de installatie verder kan gaan) toets dan
A, de optie . De bestaande delen worden verwijderd en
daarvoor in de plaats komt een klein gebied, dat als
unused
wordt aangegeven (alweer een
afspiegeling van de PC schijfopmaak) en dan een groot deel
voor FreeBSD. Hierna dient het nieuwe FreeBSD-deel met de
pijltjestoetsen geselecteerd te worden en daarna
kan S ingetoetst worden om het deel
bootable
te maken. Het scherm ziet er dan
ongeveer uit als in Afbeelding 2.15, “FDisk partitie voor een hele schijf”. Let op
de A
in de kolom Flags
.
Deze geeft aan dat dit deel actief is en
er van opgestart wordt.
Als er ruimte voor FreeBSD gemaakt wordt door een bestaande slice te verwijderen, dan moet dat deel geselecteerd worden met de pijltjestoetsen en kan vervolgens op D gedrukt worden. Daarna kan C getoetst worden en wordt er gevraagd hoe groot het deel moet zijn. Geef het gewenste getal in en druk op Enter. De standaardwaarde in dit invoervak is het grootst mogelijke deel dat gemaakt kan worden. Dat kan de grootst mogelijke aaneengesloten ruimte op de harde schijf zijn of de hele schijf.
Als er al ruimte gemaakt is voor FreeBSD (bijvoorbeeld met een programma als PartitionMagic®), dan kan de optie C gebruikt worden om een nieuw deel te maken. Opnieuw komt de vraag naar de grootte van het gebied dat aangemaakt moet worden.
Toets na afronding Q. De wijzigingen worden bewaard in sysinstall, maar worden nog niet op de schijf weggeschreven.
Hierna is het mogelijk een bootmanager te installeren. Het installeren van de FreeBSD bootmanager is verstandig als:
Er meer dan één schijf in een systeem zit en FreeBSD op een andere dan de eerste schijf wordt geïnstalleerd;
FreeBSD geïnstalleerd wordt naast een ander besturingssysteem op dezelfde schijf en er bij het opstarten van de computer gekozen moet worden of FreeBSD of het andere besturingssysteem wordt gestart.
Als FreeBSD het enige besturingssysteem op een computer wordt en het is geïnstalleerd op de eerste harde schijf, dan volstaat de
bootmanager. Kies als een bootmanager van een derde partij wordt gebruikt die in staat is om FreeBSD te starten.Maak de keuze en druk op Enter.
Het hulpscherm, bereikbaar via F1, beschrijft de problemen die mogelijk zijn als de harde schijf voor meerdere besturingssystemen gebruikt gaat worden.
Als er meer dan één schijf is komt het programma terug in het scherm “Select Drives” na het installeren van de bootmanager. Als FreeBSD wordt geïnstalleerd op meerdere schijven, selecteer dan een andere schijf en herhaal het indelen van de schijf met FDisk.
Als FreeBSD wordt geïnstalleerd op een andere dan de eerste schijf, dan moet de FreeBSD bootmanager geïnstalleerd worden op beide schijven.
Met Tab wordt gewisseld tussen de laatst geselecteerde schijf, en .
Druk één keer op Tab om actief te maken en druk dan op Enter om door te gaan met de installatie.
Nu moeten er slices in elke zojuist aangemaakte partitie
aangemaakt worden. Onthoud dat elke partitie een letter heeft
van a
tot en met h
en dat
partities b
, c
en
d
een betekenis hebben die gehonoreerd moet
worden.
Bepaalde programma's hebben voordeel van specifieke partitieschema's, met name als partities worden aanmaakt over meerdere schijven. Maar voor nu, als eerste FreeBSD installatie, is het niet zo van belang hoe de schijf wordt gepartitioneerd. Het is belangrijker dat FreeBSD wordt geïnstalleert en geleerd wordt hoe ermee te werken. FreeBSD kan altijd opnieuw geïnstalleerd worden om een partitieschema te wijzigen als er meer bekendheid is met het besturingssysteem.
Het onderstaande schema heeft vier partities. Eén als swapgebied en drie voor bestandssystemen.
Partitie | Bestandssysteem | Grootte | Omschrijving |
---|---|---|---|
a | / | 1 GB | Dit is het root-bestandssysteem. Elk ander
bestandssyteem wordt ergens in dit systeem aangekoppeld.
1 GB is een redelijke grootte voor dit
bestandssysteem. Er wordt niet al te veel data in
opgeslagen, want een normale FreeBSD installatie slaat
hier ongeveer 128 MB aan gegevens op. De rest van
de ruimte is voor tijdelijke gegevens en laat extra
ruimte over voor het geval nieuwere versies van FreeBSD
meer ruimte nodig hebben in
/ . |
b | N/A | 2-3 x RAM | De swapruimte van een systeem wordt op de
Als er meer dan één schijf in een computer zit, dan kan er op iedere schijf swapruimte gemaakt worden. FreeBSD gebruikt dan elke schijf als swap, wat effectief de snelheid van het swappen verhoogt. Bereken in dat geval de totale hoeveelheid swap die nodig is (bijvoorbeeld 128 MB) en deel dat door het aantal schijven dat aanwezig is (bijvoorbeeld twee schijven) om de hoeveelheid swap per schijf te bepalen, in dit voorbeeld 64 MB swapruimte per schijf. |
e | /var | 512 MB tot 4096 MB | De map /var bevat bestanden
die constant veranderen: logboekbestanden en andere
administratieve bestanden. Veel van deze bestanden
worden intensief gelezen of beschreven gedurende het
dagelijks draaien van FreeBSD. Door deze bestanden op een
apart bestandssysteem te zetten heeft FreeBSD de
mogelijkheid de toegang tot deze bestanden te
optimaliseren, zonder invloed te hebben op bestanden in
andere map die niet zo'n toegangspatroon
hebben. |
f | /usr | Overige schijfruimte (minstens 8 GB) | Alle andere bestanden worden gewoonlijk opgeslagen
in /usr en submappen. |
De bovenstaande waardes dienen als voorbeeld en dienen
alleen door ervaren gebruikers gebruikt te worden. Gebruikers
worden aangeraden om de automatische partitie-indeling genaamd
Auto Defaults
van de partitiebewerker van
FreeBSD te gebruiken.
Als FreeBSD wordt geïnstalleerd op meer dan één schijf dan moeten ook partities aangemaakt worden op de andere slices die zijn ingesteld. De meest eenvoudige manier om dat te doen is het aanmaken van twee partities op elke schijf: een als swap en een voor een bestandssysteem.
Partitie | Bestandssysteem | Grootte | Omschrijving |
---|---|---|---|
b | N/A | Zie omschrijving | Zoals beschreven kan swapruimte over alle schijven
verdeeld worden. Ook al is de a
partitie vrij, de conventie schrijft voor dat de
swapruimte op partitie b
staat. |
e | /diskn | Overige schijfruimte | De overige schijfruimte wordt gebruikt voor
één grote partitie. Dit kan gemakkelijk
op de a -partitie, in plaats van de
e -partitie. De conventie schrijft
echter voor dat partitie a op een
slice is gereserveerd voor het bestandssysteem dat de
root (/ ) van het bestandssysteem
is. Deze conventie hoeft niet gevolgd te worden, maar
sysinstall doet dat wel, dus
als de conventie wordt nageleefd wordt de installatie
iets schoner. Er kan gekozen worden om dit
bestandssysteem waar dan ook te mounten. Dit voorbeeld
suggereert dat het wordt aangekoppeld als
/diskn ,
waarbij n een getal is dat
verandert voor elke schijf. Er kan natuurlijk ook een
ander schema worden aanhouden als dat de voorkeur
heeft. |
Na het kiezen van de partitieopmaak kunnen ze worden aangemaakt met sysinstall. Dan verschijnt het volgende bericht:
Message Now, you need to create BSD partitions inside of the fdisk partition(s) just created. If you have a reasonable amount of disk space (1GB or more) and don't have any special requirements, simply use the (A)uto command to allocate space automatically. If you have more specific needs or just don't care for the layout chosen by (A)uto, press F1 for more information on manual layout. [ OK ] [ Press enter or space ]
Druk op Enter om de FreeBSD partitie-editor, Disklabel te starten.
Afbeelding 2.18, “Sysinstall Disklabel Editor” toont het scherm als Disklabel opstart. Het scherm bestaat uit drie delen.
De eerste paar regels tonen de naam van de actieve schijf
en het gebied dat de partities bevat die worden aangemaakt
(op dit punt noemt Disklabel
dit de Partitienaam
in plaats van de
slicenaam). Dit scherm toont ook de hoeveelheid vrije ruimte
in de slice. Dat is de gereserveerde ruimte in de slice die
nog niet aan een partitie is toegewezen.
Het middelste deel toont de partities die aangemaakt zijn, de naam van het bestandssysteem dat elke partitie bevat, de grootte en enkele opties betreffende het aanmaken van het bestandssysteem.
Het onderste deel van het scherm toont de toetsaanslagen die geldig zijn in Disklabel.
Disklabel kan automatisch de partities aanmaken en ze de standaardgrootte geven. De standaardgroottes worden met behulp van een intern algoritme om de partitiegrootte te bepalen gebaseerd op de schijfgrootte berekend. Dit kan door op A te drukken. Dan verschijnt een scherm zoals in Afbeelding 2.19, “Sysinstall Disklabel Editor met standaardwaarden”. Afhankelijk van de grootte van de schrijf die wordt gebruikt zijn de standaardwaarden wel of niet van toepassing. Dit maakt niets uit, omdat de standaardwaarden niet geaccepteerd hoeven te worden.
De standaard partitionering wijst
/tmp
zijn eigen partitie toe en is die
geen onderdeel meer van de partitie
/
. Dit voorkomt het vollopen van de
partitie /
met tijdelijke
bestanden.
Als er gekozen is om niet de standaard partities te gebruiken en ze te vervangen door een eigen indeling, gebruik dan de pijltjestoetsen om de eerste partitie te selecteren en druk dan op D om deze te verwijderen. Herhaal dit om alle aanbevolen partities te verwijderen.
Selecteer het juiste schijfdeel aan de bovenkant van het
scherm om de eerste partitie aan te maken
(a
, gemount als /
– root) en druk op C. Een dialoogscherm
verschijnt met de vraag hoe groot de nieuwe partitie moet zijn
(zoals te zien in Afbeelding 2.20, “Vrije ruimte voor de rootpartitie”). De
grootte kan opgeven worden in schijfblokken of als een getal
gevolgd door M
voor megabytes,
G
voor gigabytes of C
voor cylinders.
De standaardgrootte maakt een partitie aan zo groot als de
rest van het schijfdeel. Als de partitiegroottes worden
gebruikt als beschreven in het eerdere voorbeeld, verwijder dan
het reeds ingevulde getal met Backspace en
type 512M
, zoals te zien in Afbeelding 2.21, “Grootte van de rootpartitie wijzigen”. Druk dan op
.
Als de grootte van een partitie gekozen is, wordt gevraagd
of deze partitie een bestandssysteem of een wisselbestand
(swap
) bevat. Deze dialoog is te zien in
Afbeelding 2.22, “Type van de rootpartitie kiezen”. Deze eerste partitie
bevat een bestandssysteem, dus controleer of
geselecteerd is en druk op
Enter.
Omdat een bestandssysteem wordt aangemaakt moet
disklabel verteld worden waar het
bestandssysteem gemount moet worden. Het dialoogscherm is te
zien in Afbeelding 2.23, “Root mountpunt kiezen”. Het mountpunt
van het root-bestandssysteem is /
, dus
type /
en druk dan op
Enter.
Het scherm wordt dan bijgewerkt met de nieuw aangemaakte
partitie. Deze stappen moeten herhaald worden voor de andere
partities. Als een wisselbestandpartitie wordt aanmaakt, wordt
niet gevraagd naar het mountpunt, want wisselbestanden worden
nooit gemount. Als de laatste partitie is aanmaakt,
/usr
, kan de aangegeven grootte blijven
staan, want dat is de rest van de schijf.
Het uiteindelijke FreeBSD Disklabel Editor scherm kan eruit zien als Afbeelding 2.24, “Sysinstall Disklabel Editor”, maar de waarden kunnen afwijken. Druk op Q om af te sluiten.